Перевод: со всех языков на все языки

со всех языков на все языки

may I have this dance

Толкование Перевод

1 may I have this dance from you?

may I have this dance from you?

mag ik deze dans van u?

English-Dutch dictionary > may I have this dance from you?
2 may i have this dance, please

bu dansı bana lütfeder misiniz

English-Turkish dictionary > may i have this dance, please
3 may i have this dance, please

bu dansı bana lütfeder misiniz

English-Turkish dictionary > may i have this dance, please
4 have

n. rijk, iemand die veel bezittingen heeft
--------
v. hebben; bezitten; verkrijgen; nodig hebben; veroorzaken

have¹

[ hæv] 〈 zelfstandig naamwoord〉

♦voorbeelden:

¶ the haves and the have-nots • de rijken en de armen, de bezitters en de niet-bezitters

————————

have²

, 〈in betekenis II 1-3, 5, 6, 9, 11, 13, 16, en 17 informeel ook〉 have got 〈 had, had〉

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

♦voorbeelden:

¶ have at someone • iemand aanvallen

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 hebben ⇒ bezitten, beschikken over, houden 〈 bezit, eigenschap, gelegenheid, plaats en tijd, verwanten en kennissen, iets dat toegezegd is〉

2 hebben 〈 als onderdeel〉 ⇒ bevatten, bestaan uit

3 krijgen ⇒ ontvangen

4 nemen ⇒ pakken, gebruiken 〈 eten, drinken e.d.〉

5 hebben ⇒ genieten van, lijden aan

6 hebben ⇒ laten liggen, leggen, zetten

7 〈met naamwoord dat een activiteit uitdrukt; vaak te vertalen door werkwoord van dat naamwoord; informeel〉 hebben ⇒ maken, nemen 〈enz.〉

8 toelaten ⇒ dulden, aanvaarden

9 〈 met naamwoord en onbepaalde wijs met to〉 hebben te

10 〈 met naamwoord en onbepaalde wijs of voltooid deelwoord〉 laten ⇒ doen, opdracht geven te

11 〈 met naamwoord en complement van het voorwerp〉 zover krijgen dat ⇒ aan het … krijgen, maken dat

12 〈 met naamwoord en onbepaalde wijs of voltooid deelwoord〉 het moeten beleven dat ⇒ het overkomt/overkwam hem/haar/hun dat

13 in huis hebben ⇒ te gast hebben; 〈 bij uitbreiding〉 uitnodigen, vragen

14 krijgen 〈 kind〉

15 vrijen/slapen met

16 zorgen voor

17 〈 informeel〉 te pakken hebben 〈 letterlijk en figuurlijk〉 ⇒ het winnen van

18 〈Brits-Engels; slang〉 bedriegen ⇒ bij de neus nemen

19 〈 verouderd〉 kennen ⇒ beheersen

♦voorbeelden:

1   he's got billions • hij heeft miljarden

     you can have that old car if you want • je mag die oude kar houden als je wil

     he has an excellent memory • hij beschikt over een voortreffelijk geheugen

     have mercy on us • heb medelijden met ons

     I've got no time • ik heb geen tijd

     you have my word • je hebt mijn woord, mijn woord erop

     I've got it • ik heb het, ik weet het (weer)

     〈 informeel〉 he has it in him (to do a thing like that) • hij is ertoe in staat (zoiets te doen)

     you have something there • daar zeg je (me) wat, daar zit wat in

     he wouldn't have his wife back • hij wou zijn vrouw niet terug (hebben)

     do you have enough wine in? • heb je genoeg wijn in huis?

     have something about/on one • iets bij zich hebben

     what does she have against me? • wat heeft ze tegen mij?

2   the book has six chapters • het boek heeft/bestaat uit zes hoofdstukken

3   this book is nowhere to be had • dit boek is nergens te krijgen

     may I have this dance from you? • mag ik deze dans van u?

     he had a splendid funeral • hij kreeg een schitterende begrafenis

     we've had no news • we hebben geen nieuws (ontvangen)

     you can have it back tomorrow • je kunt het morgen terugkrijgen

4   have breakfast • ontbijten

     have a cigarette • een sigaret nemen/roken

5   have a headache • hoofdpijn hebben

     have a good time • het naar zijn zin hebben

     you have it badly • je hebt het lelijk te pakken

6   we have Malta on our left • Malta ligt s van ons

     let's have the rug in the hall • laten we het tapijt in de hal leggen

7   have a bath • een bad nemen

     have a discussion • discussiëren, een discussie hebben

     have a try • (het) proberen

     have a walk • een wandeling maken

8   I won't have such conduct • ik duld zulk gedrag niet

     I won't have you say such things • ik duld niet dat u zoiets zegt

     I'm not having any • ik pik het niet, ik pieker er niet over

9   I still have quite a bit of work to do • ik heb nog heel wat te doen

10 have one's hair cut • zijn haar laten knippen

     he's finally had it done • hij heeft het eindelijk laten doen

     have a tooth out • een tand laten trekken

11 he finally had his audience laughing • eindelijk kreeg hij zijn publiek aan het lachen

12 he's had his friends desert him • hij heeft het moeten meemaken dat zijn vrienden hem in de steek lieten

13 we can't have people here • we kunnen hier geen mensen ontvangen

     have someone (a)round/in/over • iemand (eens) uitnodigen

     have someone down • iemand uitnodigen 〈 in het bijzonder van boven, uit het noorden of uit de stad〉

     we are having the painters in next week • volgende week zijn de schilders bij ons in huis aan het werk

     have someone up • iemand uitnodigen 〈 in het bijzonder van beneden, uit het zuiden of van het platteland〉

14 have a child by • een kind hebben van

15 he's never had a woman • hij is nog nooit met een vrouw naar bed geweest

16 can you have the children tonight? • kun jij vanavond voor de kinderen zorgen?

17 you've got me there • jij wint; geen idee, daar vraag je me wat

18 John's been had • ze hebben John beetgenomen

19 he has little Latin and less Greek • hij kent maar een beetje Latijn en nog minder Grieks

     〈 niet verouderd〉 have something off • iets uit het hoofd/van buiten kennen

¶ he had it coming to him • hij kreeg zijn verdiende loon

     have it (that) • zeggen (dat), beweren (dat)

     as the Bible has it • zoals het in de bijbel staat

     rumour has it that … • het gerucht gaat dat …

     have it (from someone) • het (van iemand) vernomen/gehoord hebben, het weten (van iemand)

     〈 informeel〉 have had it • hangen, de klos/pineut zijn; niet meer de oude zijn, dood zijn; het beu zijn, er de brui aan geven

     have it in for someone • een hekel hebben aan iemand, de pik hebben op iemand

     〈Brits-Engels; informeel〉 have it away/off (with someone) • neuken (met iemand)

     have it in for someone • de pik hebben op iemand

     have it/the matter out with someone • het (probleem) uitpraten/uitvechten met iemand

     〈 Brits-Engels〉 have someone up (for something) • iemand voor de rechtbank brengen (wegens iets)

     have something on someone • belastend materiaal tegen iemand hebben

     you have nothing on me • je kunt me niks maken

     have nothing on • niet kunnen tippen aan

     have something on/over • beter zijn dan, een streepje voor hebben op

→ have on have on/

III 〈 hulpwerkwoord〉

1 hebben ⇒ zijn

2 〈alleen in aanvoegende wijs verleden tijd; formeel〉had(den)/was/waren ⇒ indien/als … zou(den) hebben/zijn

♦voorbeelden:

1   I have worked • ik heb gewerkt

     he has died • hij is gestorven

2   had he claimed that, he would have been mistaken • had hij dat beweerd, dan zou hij zich vergist hebben

     I had better/best forget it • ik moest dat maar vergeten, het zou beter/het beste zijn als ik dat vergat

     I'd just as soon die • ik zou net zo lief doodgaan

→ have got have got/, have got to have got to/, have to have to/

English-Dutch dictionary > have
5 dance

1. intransitive verb
tanzen; (jump about, skip) herumtanzen
2. transitive verb
1) tanzen

2) (move up and down) schaukeln
3. noun
1) Tanz, der

lead somebody a [merry] dance — (fig.) jemanden [schön] an der Nase herumführen

2) (party) Tanzveranstaltung, die; (private) Tanzparty, die

* * *
1. verb
1) (to move in time to music by ma-king a series of rhythmic steps: She began to dance; Can you dance the waltz?) tanzen

2) (to move quickly up and down: The father was dancing the baby on his knee.) schaukeln
2. noun
1) (a series of fixed steps made in time to music: Have you done this dance before?; ( also adjective) dance music.) der Tanz

2) (a social gathering at which people dance: We're going to a dance next Saturday.) der Tanz

•

- academic.ru/18356/dancer">dancer
- dancing
* * *

dance

[dɑ:n(t)s, AM dæn(t)s]

I. vi

1. (to music) tanzen

to \dance all night die ganze Nacht tanzen, die Nacht durchtanzen

to go dancing tanzen gehen

▪ to \dance to sth/with sb zu etw dat /mit jdm tanzen

2. (skip) herumtanzen, herumspringen, herumhüpfen

the flowers are dancing in the breeze die Blumen wiegen sich im Wind

the sunlight was dancing on the surface of the water das Sonnenlicht tänzelte auf der Wasseroberfläche

3.

▶ to \dance to sb's tune nach jds Pfeife tanzen

II. vt

1. (partner)

▪ to \dance sb somewhere mit jdm irgendwohin tanzen

he \danced her around the room er tanzte mit ihr durch den Raum

2. (perform)

to \dance calypso/tango Calypso/Tango tanzen

to \dance a waltz einen Walzer tanzen

3.

▶ to \dance attendance on sb um jdn herumscharwenzeln

III. n

1. (to music) Tanz m

to have a \dance with sb mit jdm tanzen

2. (steps) Tanz m

the next \dance der nächste Tanz

slow \dance Schieber m, langsamer Tanz; see also lead

3. (ball) Tanzparty f, Tanzabend m, Tanzveranstaltung f, Ball m

will you come to the \dance with me? gehst du mit mir auf den Ball?

end-of-term dinner \dance Semesterabschlussball m

4. no pl (art) Tanz m

classical/modern \dance klassischer/moderner Tanz

* * *
[dAːns]
1. n

1) (= movement) Tanz m

dance class — Tanzstunde

the Dance of Death — der Totentanz

may I have the next dance? — darf ich um den nächsten Tanz bitten?

she's led him a merry dance — sie hat ihn ja ganz schön an der Nase herumgeführt

2) (= ball) Tanz m, Tanzabend m

public dance — öffentliche Tanzveranstaltung

end-of-term dance — Semesterball m

to give or hold a dance — einen Tanz( abend) veranstalten; (privately) eine Tanzparty geben

to go to a dance — tanzen gehen, zum Tanzen gehen

2. vt
tanzen
to dance attendance on sb — jdn von hinten und vorn bedienen (inf)

3. vi

1) (= perform dance) tanzen

would you like to dance? — möchten Sie tanzen?

2)

(= move here and there) to dance about — (herum)tänzeln

to dance up and down — auf- und abhüpfen

to dance for joy — einen Freudentanz aufführen

3) (fig) tanzen; (boat on waves) schaukeln

* * *

dance [dɑːns; US dæns]

A v/i

1. tanzen:

dance to ( oder after) sb’s pipe ( oder tune, whistle) fig nach jemandes Pfeife tanzen;

dance on air ( oder nothing) umg baumeln (gehängt werden)

2. tanzen, hüpfen, herumspringen ( alle:

with, for vor dat):

dance for joy Freudentänze aufführen

3. fig tanzen, sich wiegen:

leaves danced in the air

B v/t

1. einen Tanz tanzen:

dance a waltz;

dance attendance on sb fig um jemanden scharwenzeln umg oder herumtanzen

2. einen Bären etc tanzen lassen

3. tanzen oder hüpfen lassen, ein Kind schaukeln

4. dance the night away die Nacht durchtanzen;

dance o.s. ( oder one’s way) into the hearts of the audience sich in die Herzen der Zuschauer tanzen

C s

1. Tanz m ( auch MUS):

have a dance with sb mit jemandem tanzen;

may I have the next dance? darf ich um den nächsten Tanz bitten?;

lead the dance den Reigen eröffnen (a. fig);

lead sb a (pretty) dance Br

a) jemanden zum Narren halten,

b) jemandem das Leben schwer machen;

join the dance fig den Tanz mitmachen;

Dance of Death Totentanz

2. Tanz(veranstaltung) m(f):

at a dance auf einem Tanz

D adj Tanz…:

dance band (music, studio, etc);

dance floor Tanzfläche f;

dance hall Tanzsaal m

* * *
1. intransitive verb
tanzen; (jump about, skip) herumtanzen
2. transitive verb
1) tanzen

2) (move up and down) schaukeln
3. noun
1) Tanz, der

lead somebody a [merry] dance — (fig.) jemanden [schön] an der Nase herumführen

2) (party) Tanzveranstaltung, die; (private) Tanzparty, die

* * *

n.

Tanz ¨-e m. v.

tanzen v.

English-german dictionary > dance
6 dance

1. verb
1) (to move in time to music by ma-king a series of rhythmic steps: She began to dance; Can you dance the waltz?) bailar

2) (to move quickly up and down: The father was dancing the baby on his knee.) mecer, agitar, mover

2. noun
1) (a series of fixed steps made in time to music: Have you done this dance before?; (also adjective) dance music.) baile, danza

2) (a social gathering at which people dance: We're going to a dance next Saturday.) baile

•

- dancer
- dancing

dance¹ n baile

a traditional dance un baile tradicional

the end of year dance el baile de fin de curso

dance² vb bailar

can you dance? ¿sabes bailar?

El gerundio de dance se escribe dancing

dance

tr[dɑːns]

noun

1 (gen) baile nombre masculino; (classical, tribal) danza

■ may I have the pleasure of this dance? ¿me concede este baile?

intransitive verb

1 (gen) bailar

■ we danced the whole night long bailamos toda la noche

■ why don't you ask her to dance ¿por qué no la sacas a bailar?

2 figurative use (trees, leaves, flowers, etc) agitarse, mecerse, moverse; (waves) agitarse, moverse

transitive verb

1 (kind of dance) bailar

■ can you dance the waltz? ¿sabes bailar el vals?

2 (child etc) hacer bailar

\

SMALLIDIOMATIC EXPRESSION/SMALL

to dance attendance on somebody desvivirse por complacer a alguien

to dance to somebody's tune obedecer a alguien

to lead somebody a merry dance traer a alguien al retortero

dance band orquesta de baile

dance floor pista de baile

dance hall salón nombre masculino de baile

dance music música de baile

dance ['dænts] v, danced ; dancing : bailar

dance n

: baile m

dance

n.

• baile s.m.

• danza s.f.

v.

• bailar v.

• danzar v.

dæns, dɑːns
I

noun

1)

a) c ( act) baile m

to lead somebody a merry dance — (BrE) darle* quebraderos de cabeza a alguien

b) c ( set of steps) baile m, danza f

c) u ( art form) danza f, baile m

2) ( occasion) baile m; (before n) < music> de baile, bailable

II
1.

intransitive verb

1)

a) ( to music) bailar

b) ( skip) dar* saltos

2) \<\<eyes/flames\>\> (liter) bailar, danzar* (liter)

2.

vt \<\<waltz/tango\>\> bailar

they danced the night away — bailaron durante toda la noche; attendance b)

[dɑːns]
1. N

1) (=act) baile m ; (=art of dancing) danza f, baile m

dance of death — danza f de la muerte

- lead sb a merry dance

2) (=event) baile m

2.

VT bailar

- dance attendance on sb

3.

VI bailar; (artistically) bailar, danzar; (fig) (=skip) saltar, brincar

shall we dance? — ¿quieres bailar?

to dance about — (with pain, joy etc) saltar

to dance for joy — saltar or brincar de alegría

- dance to sb's tune

4.

CPD

dance band N — orquesta f de baile

dance class N — clase f de baile

dance company N — compañía f de danza

dance floor N — pista f de baile

dance hall N — salón m de baile, sala f de fiestas

dance music N — música f de baile

dance studio N — academia f de baile

- dance off

* * *
[dæns, dɑːns]
I

noun

1)

a) c ( act) baile m

to lead somebody a merry dance — (BrE) darle* quebraderos de cabeza a alguien

b) c ( set of steps) baile m, danza f

c) u ( art form) danza f, baile m

2) ( occasion) baile m; (before n) < music> de baile, bailable

II
1.

intransitive verb

1)

a) ( to music) bailar

b) ( skip) dar* saltos

2) \<\<eyes/flames\>\> (liter) bailar, danzar* (liter)

2.

vt \<\<waltz/tango\>\> bailar

they danced the night away — bailaron durante toda la noche; attendance b)

English-spanish dictionary > dance
7 dance

1. verb
1) (to move in time to music by ma-king a series of rhythmic steps: She began to dance; Can you dance the waltz?) danse

2) (to move quickly up and down: The father was dancing the baby on his knee.) huske, gynge
2. noun
1) (a series of fixed steps made in time to music: Have you done this dance before?; ( also adjective) dance music.) dans

2) (a social gathering at which people dance: We're going to a dance next Saturday.) ball, dans

•

- dancer
- dancing

dans
--------
danse

I
subst. \/dɑːns\/

1) dans

• join the dance

bli med i dansen

• may I have the next dance?

kan jeg få neste dans?

2) ( musikk) dans, dansestykke, dansemelodi

3) dans, dansemoro, dansetilstelning, ball

• they're giving a dance next Saturday

de skal arrangere ball neste lørdag

ask somebody to dance by opp noen til dans

lead somebody a (pretty\/fine) dance stelle i stand problemer for noen
II
verb \/dɑːns\/

1) danse

• he danced her round the floor

han danset rundt med henne på dansegulvet

2) gynge

• dance a baby on one's knee

dance attendance (up)on passe på, se etter smiske for, stå på pinne for

dance for danse av

• he danced for joy

dance on air ( gammeldags) bli hengt

dance to danse etter, danse til

• they danced to the music of Mozart

de danset etter musikk av Mozart

dance to someone's tune\/pipe danse etter noens pipe

dance up and down with something hoppe av noe

• she danced up and down with rage

hun hoppet av raseri

English-Norwegian dictionary > dance
8 have

1. [hæv] n
1. pl имущие

the haves and have-nots - богатые и бедные; имущие и неимущие (люди, классы, страны)

2. разг. обман, надувательство
2. [hæv (полная форма); həv,əv,v́ (редуцированные формы)]v́ (had; 3-е л. ед. ч. наст. вр. has или арх. hath; арх. 2-е л. ед. ч. наст. вр. hast, арх. 2-е л. ед. ч. прош. вр. hadst, haddest)
I

1. иметь

he has (got) a family [a friend, a flat] - у него (есть) семья [друг, квартира]

I have many books [no money] - у меня много книг [нет денег]

all I have - всё, что у меня есть

to have shares in a company - быть держателем акций какой-л. компании

has the house a garden? - есть ли при (этом) доме сад?

the door has no key to it - к этой двери нет ключа

the bag had no name on it - на сумке не было наклейки /бирки/ с фамилией

have you time to come with me? - у вас есть время (чтобы) пойти со мной?

do you have much time for reading? - у тебя остаётся много времени для чтения?

I have no words to express... - у меня не хватает слов, чтобы выразить...

I have nothing to do - мне нечего делать /нечем заняться/

there was no work to be had - работу невозможно было найти

I had my work to do - мне надо было (ещё) сделать работу; у меня ещё была работа

to have smb. on one's side - иметь поддержку с чьей-л. стороны

she has the law on her side - закон на её стороне

to have and to hold - юр. передаётся в собственность и владение ( в документах о передаче имущества)

2. обладать, иметь

to have much [little] in common with smb. - иметь много [мало] общего с кем-л.

he has blue eyes [a bad memory] - у него синие глаза [плохая память]

he has (got) an ear for music [a fine taste, perfect health] - у него хороший (музыкальный) слух [прекрасный вкус, великолепное здоровье]

she had faith in him - она верила ему /в него/

these strawberries have a beautiful flavour - у этой клубники чудесный аромат

he has a sense of humour - он не лишён чувства юмора

3. состоять из; иметь в качестве составной или неотъемлемой части

the book has 300 pages - в этой книге 300 страниц

May has 31 days - в мае 31 день

the house has three storeys - в этом доме три этажа

4. 1) получать

to have one's wish - получить желаемое

he had a letter [a telegram, a parcel] - он получил письмо [телеграмму, посылку]

they had no news of him - они не получали о нём известий, они ничего не слышали о нём

let me have your order as soon as possible - пришлите мне ваш заказ как можно скорее

he has had a rough lesson - он получил жестокий урок

you have my sympathy - я вам сочувствую

you have my apologies - (я) приношу (вам) свои извинения

2) приобретать

it is to be had at the chemist's - это можно получить /купить/ в аптеке

you may have it for five pounds - вы можете получить /купить/ это за пять фунтов

I'll let you have it for five pounds - я отдам /уступлю/ это за пять фунтов

which book will you have? - какую книгу вы хотите /возьмёте/?

3) узнавать

they had it from your neighbour [from his own mouth] - они узнали это /получили сообщение об этом/ от вашего соседа [от него самого]

he had it on good authority - он узнал об этом из достоверных источников

he wants to have your name - он хочет узнать ваше имя

4) добиваться

he was determined to have an answer - он решил добиться ответа

there is nothing to be had here - здесь ничего не добьёшься /не получишь/

5) зарабатывать

he has ten thousand pounds a year - он получает /зарабатывает/ десять тысяч фунтов (стерлингов) в год

5. находиться; иметься

he had the river on his left - слева от него была река

you have a fireplace on your right - справа от вас камин

the committee has a report before it - комитету представлен доклад

6. происходить, случаться

we had an earthquake last month - в прошлом месяце у нас было землетрясение

we have had much rain [fine weather] this year - у нас в этом году было много дождей [стояла прекрасная погода]

7. знать; уметь

he has small Latin and less Greek - он плохо знает латынь и ещё хуже греческий

8. разг. усваивать, понимать; найти решение

I have it! - придумал /нашёл/!

now I have your idea - теперь я понял вашу мысль

you have me? - вы меня поняли?; вам ясно?

9. взять в жёны или мужья

if she will have him - если она согласится выйти за него

and now he won't have her - а теперь он не хочет на ней жениться

10. 1) принимать (кого-л. в качестве гостя и т. п.)

to have smb. (in) to dinner - пригласить кого-л. (к себе) на обед

yesterday he had two visitors - вчера у него было два посетителя

we don't have many visitors - у неё редко бывают гости

we are having them down for the weekend /over the Sunday/ - мы пригласили их на выходные /провести с нами выходные/

we would rather stay with you, if you will have us - мы хотели бы остановиться у вас, если вы согласны (нас принять)

2) взять, принять (в друзья, в ученики и т. п.)

would you like to have such a man for a friend? - вы бы хотели видеть /считать/ такого человека своим другом?

11. разг.

1) одолеть, взять верх, победить (тж. have it)

mind he doesn't have you! - смотри, чтобы он тебя не одолел!

he had you completely in the first round - в первом же раунде он победил вас

he had you there - тут-то вы ему и попались

that's where I shall have him! - вот чем я его возьму!, тут-то я его обойду!, тут-то он и попадётся!

the ❝ayes❞have it - голосовавшие «за» оказались в большинстве

2) обмануть, обойти, перехитрить

I'm afraid you have been had - боюсь, что вас обманули /провели/

I'm not to be had - меня не проведёшь

12. сл. обладать

to have a woman - обладать женщиной

II А

1. проводить ( время)

he wants to have a pleasant evening - он хочет приятно провести вечер

I've had a real good time - я замечательно провёл время

have a good time /some fun/! - желаю тебе повеселиться /приятно провести время/!

they have had a somewhat agitating day - этот день прошёл для них в волнении, они пережили очень много волнений в этот день

she has had a bad night - она плохо спала в эту ночь; ночью ей было плохо

2. принимать (пищу и т. п.); есть, пить

I have dinner at three - я обедаю в три (часа)

do you have tea or coffee for breakfast? - вы за завтраком пьёте чай или кофе?

what will you have? - что вы будете пить /есть/?

will you have another cup of tea? - не выпьете ли вы ещё чашку чаю?

have some more sauce - возьмите ещё соуса

what can you let me have? - что у вас найдётся поесть?, что вы можете мне предложить? (в ресторане, кафе и т. п.)

I'll have ice cream and coffee - мне, пожалуйста, мороженое и кофе ( обращение к официанту)

let me have some more meat - дайте мне ещё мяса

have a cigar? - хотите сигару?

3. родить; приносить ( потомство); иметь ( детей)

she's going to have a baby - у неё будет ребёнок

she had the baby in April - она родила в апреле

he had had two children by her [by a previous marriage] - у него от неё [от прежнего брака] двое детей

the dog had four puppies - собака принесла четырёх щенят

4. держать (кого-л. в своей власти и т. п.)

she had him in her power - он был у неё в руках

5. переживать (события и т. п.)

she had an odd experience - с ней произошёл /приключился/ странный случай

they had quite an adventure - у них было настоящее приключение

she has a lot of trouble - у неё масса неприятностей

be didn't have any trouble in finding the book - он нашёл книгу без (всякого) труда

6. ощущать, испытывать ( боль); переносить ( заболевание)

she has a headache [toothache, a sore throat] - у неё болит голова [зуб, горло]

he has measles [typhus] - у него корь [тиф], он болен корью [тифом]

she has a bad cold (in the head) - у неё сильный насморк

7. проявлять, испытывать (чувства и т. п.)

to have pity [compassion] for smb. - проявлять жалость [сострадание] к кому-л.

he has patience with children - он терпелив с детьми

he has indulgence for mistakes - он снисходителен к ошибкам

if you had any real affection - если бы у вас было настоящее чувство

have no doubt - можете не сомневаться

have no fear! - не бойтесь!, не бойся!

has she really the cheek to ask for more money? - неужели у неё хватило нахальства просить ещё денег?

please have the goodness /kindness/ to ring him up - будьте столь любезны, позвоните ему

he had the kindness to assent... - он любезно согласился..., он был так любезен, что согласился...

8. быть наделённым (властью, правом и т. п.)

he has (got) authority [privilege] - он пользуется авторитетом [привилегией]

he has charge of... - а) он заботится о...; б) в его ведении находится...

to have responsibility for smth. - а) нести ответственность за что-л.; б) быть виноватым в чём-л.

9. приводить (к какому-л. результату); оказывать ( воздействие)

this policy had the desired effect - эта политика привела к желаемым результатам

10. иметь (представление, мнение, право и т. п.)

have you any idea where he lives? - не знаете ли вы, где он живёт?

I have no idea where he may be at present - я не имею ни малейшего представления (о том), где он сейчас может быть

he has an opinion... - он считает...

II Б

1. to have smb. (to) do /doing/ smth. заставить кого-л. сделать что-л.; устроить или сделать так, чтобы кто-л. сделал что-л.

I will have him come - я заставлю его прийти, я сделаю так /распоряжусь/, чтобы он пришёл

we ought to have the doctor examine her - нам следовало бы показать её врачу

she had us all guessing what her next move would be - мы все старались угадать, что она сделает /как она поступит/ дальше

I would have you to know... - я хотел бы поставить вас в известность..., я бы хотел, чтобы вы знали...

will you have me to help you? - вы хотите, чтобы я вам помог?

2. to have smth. done

1) (выражает действие, совершённое по инициативе или побуждению какого-л. лица) велеть, приказать сделать что-л. для себя

he had his hair cut - он постригся

we have had our photos taken - мы сфотографировались

he had a tooth taken out - ему удалили зуб

the town council has had ten houses built - городской совет построил десять домов

2) (выражает действие, совершённое помимо воли или желания какого-л. лица и направленное на него или на какой-л. предмет) подвергнуться какому-л. действию

I have had my money stolen - у меня украли деньги

he had his leg broken - он сломал себе ногу

I never had my word doubted - до сих пор мне всегда верили

we had a note handed to us - нам передали письмо

three houses had their windows shattered - в трёх домах разбились /вылетели/ стёкла

3. to have smth. в сочетании с прилагательным или наречием

1) сделать или устроить так, чтобы что-л. оказалось таким-то или там-то

to have smb. up - заставить кого-л. подняться (наверх) [ср. тж. have up]

let's have her down - пусть она сойдёт /спустится/ к нам

I'll have everything ready - у меня всё будет готово

she had a tooth out - ей удалили зуб

can we have our ball back, please? - отдайте нам, пожалуйста, мяч

2) быть в определённом состоянии

he had his eyes open - глаза у него были открыты

he had his hands full - руки у него были заняты

4. to have to do with smb., smth. иметь отношение к кому-л., чему-л.

this has nothing to do with you - к вам это никакого отношения не имеет, вас это (никак) не касается

I advise you to have nothing to do with that man - я вам советую не иметь никаких дел с этим человеком

5. to have smth. about /on/ one иметь что-л. при себе, с собой

he hadn't any money [papers] about /on/ him - у него не было при себе /с собой/ денег [документов]

have you the time on you? - у вас есть при себе часы?

6. to have smth. against smb. иметь что-л. против кого-л.

what have you against it [him]? - что вы имеете против этого [него]?

I have nothing against it [him] - я не имею ничего против этого [него]

7. to have smth. on smb. знать о ком-л. что-л. плохое, дурное

he has (got) nothing on me - он обо мне ничего дурного не знает; у него нет никаких улик против меня

8. to have smb., smth. on smb. напускать кого-л., что-л. на кого-л.; науськивать

to have the law [the police] on smb. - подать в суд [заявить в полицию] на кого-л.

9. to have at smb. налетать, напускаться на кого-л.

(let us) have at him - за ним (в погоню)!

to have a go /a shy, a shot, a bash, a stab/ at smth., smb. - сделать попытку (сделать что-л.); пробовать что-л., пробовать силы на чём-л., на ком-л.

10. one had better /best/ do smth. лучше бы вам /тебе, ему и т. п./ сделать что-л., вы бы /ты бы, он бы и т. п./ лучше...

you had better ask him about it - лучше бы тебе /вам/ спросить его об этом

you'd better go home and rest - пошёл бы ты лучше домой отдыхать

you had best go at once - тебе лучше сразу же уйти

you had better say it at once - будет гораздо лучше, если вы сразу скажете об этом

11. one had rather do smth. than... я /ты, он и т. п./ бы предпочёл, сделать что-л., чем...

I had rather do it myself - я предпочёл бы сделать это сам, я лучше сделал бы это сам

I'd rather not go - я предпочёл бы не ходить

12. one had as soon /уст. as lief/ do smth. я /ты, он и т. п./ бы скорее предпочёл сделать что-л.

I had as soon start at once - я скорее предпочёл бы отправиться сразу

13. 1) one won't /can't/ have smth. ( done) не допускать чего-л., не терпеть чего-л.

I won't have such conduct - я не потерплю такого поведения

I cannot have it in my house - я не могу допустить этого в своём доме

let us have no nonsense! - давайте без глупостей!

2) one won't /can't/ have smb. do /doing/ smth. не позволить, кому-л. делать что-л.

I won't have you say /saying/ such things - я не допущу, чтобы вы говорили подобные вещи

14. to have it that... говорить, утверждать, что...; гласить

the newspapers have it that... - газеты утверждают, что...

he will have it that... - он считает /настаивает на том/, что...

rumour has it that... - ходят слухи, что...

as Shakespeare has it - как говорит Шекспир

III А

1. в сочетании с последующим инфинитивом выражает долженствование

one has to do smth. - я /ты, он и т. п./ должен сделать что-л.

she has to keep the house - ей приходится вести хозяйство

he has (got) to help us - ему придётся нам помочь, он должен нам помочь

you will have to wait a moment - вам придётся обождать минутку

the money has to be paid - эти деньги придётся заплатить /нужно уплатить, должны быть выплачены/

they had to suspend payment - им пришлось приостановить платежи

you don't have to get so excited - не нужно так волноваться

you don't have to apologize - можете не извиняться, совершенно не нужно извиняться

2. в сочетании с существительным означает единичный акт или кратковременное действие, соответствующее значению существительного

to have a swim [a shave, a wash, a walk, a dance, a smoke] - поплавать [побриться, помыться, погулять, потанцевать, покурить]

to have a look - взглянуть

let me have a look [a try] - дайте мне взглянуть [попробовать]

to have a fall - упасть

to have a bath [a shower] - принять ванну [душ]

to have a game - сыграть партию

to have a word with smb. - поговорить с кем-л.

3. have got см. get II, III А 1

III Б

1. вспомогательный глагол, служит для образования форм перфекта

1):

he has read this book - он прочёл /читал/ эту книгу

how long have they known each other? - как давно они знакомы /знают друг друга/?

by spring we shall have finished it - к весне мы закончим это

you ought to have done it - вам следовало /надлежало/ это сделать

it's silly not to have gone after having accepted the invitation - глупо было не ходить, раз вы приняли приглашение

you haven't swept the room. - I have! - ты не подметал пол. - Нет, подметал!

he hasn't been to England before, has he? - он (ведь) раньше /прежде/ не бывал в Англии, не так ли?

you've forgotten your gloves. - So I have! - вы забыли перчатки. - Действительно!

2) эмоц.-усил. ( выделяется интонационно):

well, you have grown! - как ты вырос!, ну и вырос же ты!

had I seen him?! - видел ли я его?!, ну конечно же, я его видел!

she has frequently dreamt about the past, has Joan! - Джоан очень, очень часто вспоминала о прошлом

3) ( в условных предложениях):

had one... - если бы я /ты, он и т. п./...

had they searched more closely, they would have found what they wanted - если бы они искали (по)внимательнее, они бы нашли то, что им было нужно

2. вспомогательный глагол, служит для образования эмоц.-усил. конструкций и альтернативных вопросов вне перфекта:

she had a good time, had Mary! - и здорово же провела Мэри время!

he had a sister, hadn't he? - у него ведь была сестра, не так ли?

♢

to have it - получить удар, понести наказание

I've had it! Let's stop and rest - всё, больше не могу! Надо передохнуть

he decided that he had had it and quit the stage - он решил, что с него довольно /хватит/, и ушёл со сцены

let him have it! - а) покажи ему!, задай ему взбучку!; б) скажи ему откровенно, что ты о нём думаешь!

to let smb. have it in the face - дать кому-л. по физиономии

to have had it - дойти до ручки

he has had it - а) теперь ему конец /крышка/; теперь он пропал; б) он безнадёжно отстал

to have it away /off/ with smb. - сл. иметь половые сношения с кем-л., «трахаться»

have it your own way - делай /поступай/ как хочешь /как знаешь/

and there you have... - и вот каков...

there you have the man - вот какой он человек, вот полюбуйтесь на него

have done! - перестань!, хватит!

and what have you - и так далее, и всё в таком роде

pens, pencils and what have you - ручки, карандаши и всё такое прочее /и так далее/

he had one on me - он меня надул /обошёл/

НБАРС > have
9 to have the pleasure of ...

to have the pleasure of...

tener el placer de..., tener gusto de...

■ may I have the pleasure of this dance ¿me concede este baile?

English-spanish dictionary > to have the pleasure of ...
10 bu dansı bana lütfeder misiniz

May I have this dance please

Turkish-English dictionary > bu dansı bana lütfeder misiniz
11 هل لي في هذه الرقصة من فضلك

May I have this dance (please?)

Arabic-English dictionary > هل لي في هذه الرقصة من فضلك
12 baile

m.

1 dance (pieza, arte).

baile clásico ballet

baile regional regional folk dancing

baile de salón ballroom and Latin dance o dancing

¿me concede este baile? may I have the pleasure of this dance?

2 ball (fiesta).

3 dance party, ball, dance.

4 dancing, art of dancing.

pres.subj.

1^st person singular (yo) Present Subjunctive of Spanish verb: bailar.

* * *

baile

► nombre masculino

1 dance

2 (de etiqueta) ball

3 (sala) dance hall

\

FRASEOLOGÍA

baile clásico ballet

baile de disfraces masked ball, fancy dress ball, US costume ball

baile de salón ballroom dancing

baile de San Vito St Vitus' dance

* * *

noun m.

1) dance

2) dancing

3) ball

* * *

SM

1) (=acción) dancing

lo mío no es el baile — dancing is not my thing *
academia 1), pareja 3), pista 3)
2) (=pieza) dance

¿me concede este baile? — frm may I have this dance? frm

baile agarrado — slow dance

3) (=arte) dance

la sardana, el baile típico de Cataluña — the sardana, the traditional dance of Catalonia

baile clásico — ballet

baile de salón — ballroom dancing

baile flamenco — flamenco dancing

baile folklórico, baile popular — folk dancing

4) (=fiesta) dance; [formal] ball

me han invitado a un baile — I have been invited to a dance

baile de candil — LAm village dance

baile de contribución — CAm, Caribe public dance

baile de disfraces — fancy-dress ball

baile de etiqueta — (formal) ball

baile de fantasía, baile de máscaras — LAm masked ball

baile de medio pelo — LAm village dance

5) (Med)

baile de San Vito — St Vitus' dance

6) (Ftbl)

hacer el baile — * to dribble the ball aimlessly, playing for time

7) (=confusión)

hubo un baile de cifras antes del anuncio de la victoria — the figures went first one way and then the other before the final victory was announced

* * *

masculino

1)

a) ( acción) dancing

abrir el baile — to start the dancing

b) (arte, composición, fiesta) dance

- baile de disfraces/máscaras

- baile de San Vito

2) (CS, Ven fam) ( asunto)

yo no me meto en este baile — I'm not getting involved in this business

ya que estamos en el baile... — while we're about it...

* * *

= dance, ball.

Ex. The article 'Encore! Integrating children's literature as a prelude or finale to music experiences with young children' shows how teachers and library specialists can integrate children's literature about song, dance, or musical instruments in music classes.

Ex. There will be a Grand Ball with scenes from ALA's history flashing on video screens.

----

* baile de discoteca = discotheque dance.

* baile de disfraces = masquerade, masquerade ball.

* baile de máscaras = masquerade, masquerade ball.

* baile de salón = ballroom dance.

* baile en línea = line dance.

* compañía de baile = dance company.

* concurso de baile = dance competition.

* crítico de baile = dance critic.

* pista de baile = dance floor.

* salón de baile = dance-hall, ballroom.

* * *

masculino

1)

a) ( acción) dancing

abrir el baile — to start the dancing

b) (arte, composición, fiesta) dance

- baile de disfraces/máscaras

- baile de San Vito

2) (CS, Ven fam) ( asunto)

yo no me meto en este baile — I'm not getting involved in this business

ya que estamos en el baile... — while we're about it...

* * *

= dance, ball.

Ex: The article 'Encore! Integrating children's literature as a prelude or finale to music experiences with young children' shows how teachers and library specialists can integrate children's literature about song, dance, or musical instruments in music classes.

Ex: There will be a Grand Ball with scenes from ALA's history flashing on video screens.

* baile de discoteca = discotheque dance.

* baile de disfraces = masquerade, masquerade ball.

* baile de máscaras = masquerade, masquerade ball.

* baile de salón = ballroom dance.

* baile en línea = line dance.

* compañía de baile = dance company.

* concurso de baile = dance competition.

* crítico de baile = dance critic.

* pista de baile = dance floor.

* salón de baile = dance-hall, ballroom.

* * *

baile

masculine

A

1 (acción) dancing

los novios abrieron el baile the bride and groom started the dancing

2 (arte) dance

el baile moderno/español modern/Spanish dance

3 (composición) dance

un baile típico de Aragón a typical Aragonese dance

4 (fiesta) dance

hubo un baile de gala there was a gala dance o ball

5 ( ant) (sala) dance hall

Compuestos:

● baile de cañón

pole dancing

● baile de disfraces

fancy-dress o costume ball

● baile de máscaras

masked ball

● baile de salón

(actividad) ballroom dancing (acto) ballroom dance

● baile de San Vito

el baile de San Vito St Vitus's dance, chorea ( tech)

parece que tienes el baile de San Vito ( fam); you look as if you have St Vitus's dance o you can't stop fidgeting

B

(de cifras, letras): hubo un baile de cifras the figures were changed around o inverted

C ( fam)

(asunto): ¡en qué baile nos hemos metido! we've got ourselves into a right mess! ( colloq)

yo no me meto en este baile I'm not getting involved in this business o in all this

ya que estamos en el baile … while we're about it …

* * *

Del verbo bailar: ( conjugate bailar)

bailé es:

1ª persona singular (yo) pretérito indicativo

baile es:

1ª persona singular (yo) presente subjuntivo

3ª persona singular (él/ella/usted) presente subjuntivo

3ª persona singular (él/ella/usted) imperativo

Multiple Entries:
bailar
baile
bailar ( conjugate bailar) verbo intransitivo
1 (Mús) to dance;
◊ salir a baile to go out dancing;

la sacó a baile he asked her to dance
2 [trompo/peonza] to spin
3 (fam) ( quedar grande) (+ me/te/le etc):
◊ estos zapatos me bailan these shoes are too big for me (colloq)

verbo transitivo
to dance;
◊ baile un tango to (dance a) tango

baile sustantivo masculino
a) ( acción) dancing;

◊ abrir el baile to start the dancing

b) (arte, composición, fiesta) dance;

◊ baile de disfraces/máscaras fancy-dress/masked ball

bailar
I verbo transitivo & verbo intransitivo
1 to dance: no le gusta bailar, she doesn't like to dance
II verbo intransitivo
1 (moverse, no encajar bien) to move, to wobble: esta mesa baila mucho, this table wobbles a lot
♦ Locuciones: baila al son que le tocan, she always goes with the flow o she always adapts to the circumstances
fig fam otro que tal baila, he's just as bad
familiar ¡que nos quiten lo bailado!, nobody can take away the good times we've had!
bailarle el agua a alguien, to flatter o to suck up to someone: siempre le está bailando el agua al jefe, he's always sucking up to his boss
baile sustantivo masculino
1 (actividad) dance
2 (verbena) dance
(fiesta de sociedad) ball
baile de disfraces, fancy dress ball
3 figurado baile de números, a number mix-up
' baile' also found in these entries:
Spanish:
agarrada
- agarrado
- cancán
- compañía
- concurso
- danza
- discoteca
- disposición
- mucha
- mucho
- pareja
- parejo
- paso
- pista
- salón
- tarantela
- twist
- abrir
- dar
- ensayar
- etiqueta
- flamenco
- formar
- jarana
- marinera
- merengue
- popular
- verbena
- zapateado
English:
ballroom
- ballroom dancing
- bear
- bop
- country dancing
- dance
- dance band
- dance floor
- dance hall
- dance music
- dancing
- dancing shoes
- escort
- folk dance
- gown
- hoedown
- prom
- rumba
- school
- shall
- sit out
- study
- tango
- ball
- dinner
- floor
- mixer

* * *

baile nm

1. [arte] dance, dancing

Comp
baile clásico ballet;
baile flamenco flamenco dancing;

baile popular folk dancing;

baile regional regional folk dancing;

bailes de salón ballroom and Latin dance o dancing;

baile de San Vito [enfermedad] St Vitus' dance;

Comp
Fam
tener el baile de San Vito [no estar quieto] to have ants in one's pants

2. [pieza] dance;

¿me concede este baile? may I have the pleasure of this dance?

3. [fiesta] ball

Comp
baile de disfraces fancy-dress ball; Am baile de fantasía fancy-dress ball;
baile de gala gala ball;

baile de máscaras masked ball

4. [movimiento rítmico]
el baile de las olas the swaying of the waves

5. [cambios]
pese al baile de nombres, emerge un claro favorito despite all the different names being bandied about, a clear favourite is emerging;

hubo un frenético baile de entrenadores managers came and went in quick succession;

el constante baile de fronteras en el Báltico the constant redrawing of borders in the Baltic

* * *

baile

m

1 dance

2 fiesta formal ball

* * *

baile nm

1) : dance

2) : dance party, ball

3)

llevarse al baile a Mex fam : to take for a ride, to take advantage of

* * *

baile n

1. (fiesta, estilo) dance

fue a un baile she went to a dance

baile clásico classical dance

2. (actividad) dancing

asiste a clases de baile she goes to dancing classes

Spanish-English dictionary > baile
13 permettere

allow, permit

* * *

permettere v.tr.

1 ( consentire) to allow, to let*, to permit; ( autorizzare) to authorize: gli permise di andare, he let him go; non era permesso portare i cani nel parco, the public were not allowed to take their dogs into the park; non mi è permesso di usarlo, I am not allowed to use it; qui la caccia non è permessa, shooting is not allowed (o permitted) here; la vendita di questo prodotto non è permessa, the sale of this product is not allowed; la polizia non ha permesso la manifestazione, the police didn't authorize the demonstration; crede che gli sia permesso tutto, he thinks he can do anything he likes; non ti permetto di usare questo tono, I won't let you use this tone of voice // permettete?, may I?; permettetemi di presentarvi mio fratello, let me introduce my brother (o permit me to introduce my brother) to you; permettimi di rilevare che..., permit (o allow) me to point out that...; se lei permette, l'accompagno, if you don't mind, I'll go with you; permette questo ballo?, may I have this dance? // Dio permettendo, God willing; tempo permettendo, weather permitting // i miei mezzi non me lo permettono, I can't afford it // (fin.) permettere la fluttuazione di una moneta, to float a currency (o to let a currency float)

2 ( rendere possibile) to enable, to allow: il nostro denaro gli permetterà di restare in Francia altre due settimane, our money will enable (o allow) him to stay in France for another two weeks; la strada è abbastanza larga da permettere il sorpasso, the street is large enough to allow overtaking; questa lampada mi permette di leggere a lungo senza fatica, this lamp enables me to read for a long time without getting tired

3 ( tollerare, sopportare) to permit, to allow, to tolerate: non permetto che ti tratti così, I won't tolerate him treating you like this

4 ( prendersi la libertà) to take* the liberty (of doing): mi permetto di dirvi che avete torto, I take the liberty of telling you that you are wrong; non mi permetterei mai di correggerlo, I would never take the liberty of correcting him; scusi se mi permetto, ma vorrebbe essere più esplicito?, excuse me (o I hope you don't mind my asking), but could you be more explicit? // ma come ti permetti!, how dare you!

5 ( permettersi, concedersi) to allow oneself: mi sono permessa una breve vacanza, I have allowed myself a short holiday // permettersi il lusso di, to afford: non posso permettermi il lusso dell'automobile, I cannot afford a car.

* * *
[per'mettere] 1.
verbo transitivo

1) (autorizzare) to allow, to permit, to authorize

permettere a qcn. di fare qcs. — to give sb. permission o to allow sb. to do sth.

permettimi di dirti che... — let me tell you that...

permette questo ballo? — may I have this dance?

se permetti, so quello che faccio! — if you please, I know what I'm doing!

se permette, tocca a me — it's my turn, if you don't mind

mi permetto di dubitarne — I have my doubts about that

2) (tollerare)

non permetto che mi parli così — I won't let him talk to me like that

3) (rendere possibile) to permit, to allow, to enable

tempo permettendo — weather permitting

questo mi ha permesso di risparmiare — this allowed me to save money
2.
verbo pronominale permettersi

1) (concedersi)

- rsi di fare — to allow o permit oneself to do

non posso permettermi di comprarlo — I can't afford to buy it

2) (prendersi la libertà)

si è permesso di entrare — he took the liberty of coming in

come ti permetti? — how do you dare?

* * *

permettere

/per'mettere/ [60]

I verbo transitivo

1 (autorizzare) to allow, to permit, to authorize; permettere a qcn. di fare qcs. to give sb. permission o to allow sb. to do sth.; permettimi di dirti che... let me tell you that...; permette questo ballo? may I have this dance? se permetti, so quello che faccio! if you please, I know what I'm doing! se permette, tocca a me it's my turn, if you don't mind; mi permetto di dubitarne I have my doubts about that

2 (tollerare) non permetto che mi parli così I won't let him talk to me like that

3 (rendere possibile) to permit, to allow, to enable; tempo permettendo weather permitting; questo mi ha permesso di risparmiare this allowed me to save money

II permettersi verbo pronominale

1 (concedersi) - rsi di fare to allow o permit oneself to do; non posso permettermi di comprarlo I can't afford to buy it

2 (prendersi la libertà) si è permesso di entrare he took the liberty of coming in; come ti permetti? how do you dare?

Dizionario Italiano-Inglese > permettere
14 można

praed. 1. (możliwość) ten zegar można jeszcze naprawić this clock can still be repaired
- jeden z najpiękniejszych parków, jakie można u nas zobaczyć one of the finest parks one can see here

- czytać można było tylko przy świecy one a. you could only read by candlelight

- wystawę będzie można obejrzeć we wrześniu the exhibition will open in September

- na to nie można liczyć one a. you can’t count on that

- na nim można/nie można polegać you can/can’t count a. rely on him

- można/nie można było tego uniknąć it could/couldn’t have been avoided

- można się było tego spodziewać one could a. might have expected that, that was (only) to be expected

- czego innego można się było po nim spodziewać? what else can a. could you expect from him?

- łatwiejszy, niż można by przypuszczać easier than one might have expected a. supposed, easier than might have been expected a. supposed

- można było powiedzieć, że nie chcesz iść ze mną you could a. should have told me you didn’t want to go with me

- można śmiało powiedzieć, że… it’s safe to say a. we can safely say that…

- sprawa pilna, rzec by można: niecierpiąca zwłoki a matter of urgency, one might say, brooking no delay książk., żart.

- jest pracowity, czego nie można powiedzieć o tobie he’s hard-working, which is more than can be said for a. of you

- nie można powiedzieć, żeby film nas rozczarował I can’t a. wouldn’t say the film disappointed us

- dzieci – nie można powiedzieć – zachowywały się grzecznie the children, it must be said, behaved very well

- nie można zaprzeczyć temu, że… there’s no denying the fact that…

- nie można z tobą wytrzymać you’re (absolutely) impossible! pot.

- można wytrzymać pot. (z powątpiewaniem) it’s all right a. OK

- cholery można dostać! pot. it’s enough to drive you up the wall pot.

- jak można się tak zachowywać? how could they/you behave like that?

- gdzie/kiedy tylko można wherever/whenever possible

- ile tylko można (z policzalnymi) as many as possible; (z niepoliczalnymi) as much as possible

- jak tylko można by all means possible

- jeżeli tylko można if it’s (at all) possible
2. (przyzwolenie) palić można tylko w palarni you can only smoke in the smoking room
- nie można tego dotykać you mustn’t touch it

- czy można? can I?; may I? książk.

- czy można wejść? can I a. may I come in?

- czy można tu zaparkować? can I park here?

- czy można otworzyć okno? do you mind if I open the window?

- nie rób tego, tak nie można! don’t do that, it’s wrong!

- jeśli można if I may książk.

- jeśli można, jeszcze jedna uwaga one more thing, if I may

- jeśli można tak powiedzieć if I may say so
3. (propozycja, prośba) można ci w czymś pomóc? can I help you in any way?
- można pana prosić o otworzenie drzwi? could you open the door, please?

- czy można panią prosić do tańca? would you like to dance?; may I have this dance? książk.

- można by zaprosić kilka osób I/we could invite one or two people

* * *

inv

można stwierdzić, że... — one lub you may say that...

można już iść — you may lub can go now

nie można tego kupić — you can't buy this

nie można tak myśleć — you mustn't think that

czy tu można palić? — may lub can I smoke here?

można wytrzymać — pot it's O.K. lub okay

czy można? — may I?

tak nie można! — that's wrong!

* * *

można v.

1. ( wyraża możliwość urzeczywistnienia czegoś) it is possible to..., one (you etc.) can l. may...; rzec by można, że... one (you etc.) could l. can say that...; można się cieszyć, że... it is fortunate that...; można już iść you (we etc.) may l. can go now; można śmiało powiedzieć, że... it is safe to say that...; można wykazać, że... it is arguable that...; można jej wybaczyć, że... she could be forgiven for...; czego (innego) można się (było) spodziewać? what (else) can l. do you expect?; można było tego uniknąć it was avoidable; nie można się jej oprzeć she is irresistible; można mieć wątpliwości there is room for doubt; gdyby tylko było można if it was only possible, given half a chance; można tam dojść piechotą it is within walking distance; można się było tego spodziewać small l. little wonder; wszystko co można sobie wyobrazić everything under the sun, everything but the kitchen sink; można wytrzymać pot. it's O.K. l. okay, it's alright l. all right; jak można...? ( coś zrobić) how to...?, how can one...?; ( wyraz oburzenia) how can l. dare you...?

2. ( dla wyrażenia przyzwolenia) one (you etc.) may..., one (you etc.) is (are etc.) allowed l. free to...; czy można? may I?, do you mind?; czy tu można palić? may l. can I smoke here?; czy można zapalić? do you mind if I smoke?; tak nie można! that's wrong!; jeśli można if that's OK; czy można zamknąć okno? do you mind if I close the window?; nie można tak myśleć you mustn't think that; można by pójść do kina how l. what about going to the cinema?, why don't we go to the cinema?

The New English-Polish, Polish-English Kościuszko foundation dictionary > można
15 tanzen

vt/i dance (auch fig. Blätter etc.); es wurde viel getanzt there was plenty ( oder lots) of dancing; nach dem Essen wird getanzt there’s dancing afterward[s] ( oder after dinner); es darf getanzt werden it’s time to take your partners (for the first dance); einen Walzer / Cha-Cha-Cha tanzen dance ( oder do) a waltz / the cha-cha; möchten Sie tanzen? may I have this dance ( oder the pleasure)?; eine klassische Rolle tanzen dance a classical role; sich müde / in Ekstase tanzen dance one’s fill / dance till one feels ecstatic; auf dem Seil tanzen walk the (fig.: a) tightrope; auf den Wellen tanzen fig. Schiff: rock on the waves, lift (briskly) to the sea; kleines Boot: bob (up and down) ( oder dance) on the waves; die Mücken tanzen über dem Wasser above the water the midges are dancing ( oder swarming); die Wörter tanzten ihm vor den Augen the words were jerking about ( oder swimming) before his eyes; Derwisch, Pfeife 1, Tango etc.

* * *

das Tanzen

dancing

* * *
tạn|zen ['tantsn]
1. vi aux haben or (bei Richtungsangabe) sein
to dance; (Boot auch) to bob; (Kreisel) to spin; (hüpfen) to hop
tanzen gehen, zum Tanzen gehen — to go dancing

See:

→ Pfeife

2. vt
Walzer, Tango etc to dance
er hat mit mir einen Walzer getanzt — he danced or did a waltz with me

* * *

1) (to move in time to music by ma-king a series of rhythmic steps: She began to dance; Can you dance the waltz?) dance

2) (to move cheerfully or with confidence: He waltzed into the room and told us that he was getting married the next day.) waltz

* * *

tan·zen

[ˈtantsn̩]

I. vi

1. Hilfsverb: haben (einen Tanz ausführen) to dance

wollen wir \tanzen? shall we dance?

\tanzen [o zum T\tanzen] gehen to go dancing; s.a. Pfeife

2. Hilfsverb: sein (sich tanzend fortbewegen) to dance

auf dem Seil \tanzen to walk the tightrope [or high wire

3. Hilfsverb: haben (hüpfen) Gläser, Würfel to jump in the air

das kleine Boot tanzte auf den Wellen the little boat bobbed up and down on the waves

ihm tanzte alles vor den Augen the room was spinning before his eyes

II. vt Hilfsverb: haben

einen Tango/ein Solo \tanzen to dance the tango/a solo

III. vr

sich akk in Ekstase \tanzen to dance oneself into a state of ecstasy

sich akk müde/heiß \tanzen to dance oneself into a state of exhaustion/a sweat

* * *
1.
intransitives Verb

1) dance

tanzen gehen — go dancing

auf dem Seil tanzen — walk the tightrope

2) mit sein (sich tanzend fortbewegen) dance; skip
2.
transitives Verb

Walzer tanzen — dance a waltz; waltz

* * *

tanzen v/t & v/i dance (auch fig Blätter etc);

es wurde viel getanzt there was plenty ( oder lots) of dancing;

nach dem Essen wird getanzt there’s dancing afterward[s] ( oder after dinner);

es darf getanzt werden it’s time to take your partners (for the first dance);

einen Walzer/Cha-Cha-Cha tanzen dance ( oder do) a waltz/the cha-cha;

möchten Sie tanzen? may I have this dance ( oder the pleasure)?;

eine klassische Rolle tanzen dance a classical role;

sich müde/in Ekstase tanzen dance one’s fill/dance till one feels ecstatic;

auf dem Seil tanzen walk the (fig: a) tightrope;

auf den Wellen tanzen fig Schiff: rock on the waves, lift (briskly) to the sea; kleines Boot: bob (up and down) ( oder dance) on the waves;

die Mücken tanzen über dem Wasser above the water the midges are dancing ( oder swarming);

die Wörter tanzten ihm vor den Augen the words were jerking about ( oder swimming) before his eyes; → Derwisch, Pfeife 1, Tango etc

* * *
1.
intransitives Verb

1) dance

tanzen gehen — go dancing

auf dem Seil tanzen — walk the tightrope

2) mit sein (sich tanzend fortbewegen) dance; skip
2.
transitives Verb

Walzer tanzen — dance a waltz; waltz

* * *

n.

dancing n.

Deutsch-Englisch Wörterbuch > tanzen
16 danse

c black danse [dɑ̃s]

feminine noun

( = valse, tango etc) dance

• la danse ( = art) dance ; ( = action) dancing

• danse classique ballet

• danse de salon ballroom dancing

• la danse du ventre belly dancing

• professeur de danse dance teacher

━━━━━━━━━━━━━━━━━

✎ Le mot anglais s'écrit avec un c.

* * *
dɑ̃s
nom féminin

1) ( style) dance; ( activité) dancing

faire de la danse — to take dancing classes

accorder une danse à quelqu'un — to give somebody a dance

de danse — [festival] of dance; [club, piste, troupe] dance (épith)

cours de danse — ( pour adultes) dance class; ( pour enfants) dancing class

école de danse — school of dance

professeur de danse — gén dancing teacher; ( de ballet) ballet teacher

contempler la danse des flammes dans l'âtre — to watch the flames dancing in the hearth

2) (colloq) ( correction) hiding (colloq)

•

Phrasal Verbs:

- danse classique

- danse du feu/de la pluie

- danse guerrière

- danse macabre

- danse nuptiale

- danse du ventre

••

entrer dans la danse — lit to join the dance; fig to join in

mener la danse — fig to run the show fig

avoir la danse de Saint-Guy — fig to have the fidgets; Médecine to have St Vitus's dance

* * *
dɑ̃s nf
1) (activité)

la danse — dancing

des cours de danse — dancing lessons

la danse classique — ballet

la danse moderne — modern dance

2) (au bal, à un spectacle folklorique)

une danse — a dance

des danses folkloriques — folk dances

* * *

danse nf

1 ( style) dance; ( activité) dancing; la danse est une forme d'art dance ou dancing is a form of art; faire de la danse to take dancing classes; je fais de la danse contemporaine I go to contemporary dancing classes; le tango est une danse argentine the tango is an Argentinian dance; ce n'est pas de la danse c'est de la gymnastique that isn't dancing it's gymnastics; accorder une danse à qn to give sb a dance; m'accorderez-vous cette danse? may I have this dance?; de danse [festival] of dance; [club, piste, rythme, salle, troupe] dance ( épith); cours de danse ( pour adultes) dance class; ( pour enfants) dancing class; école de danse school of dance; professeur de danse gén dancing teacher; ( de ballet) ballet teacher; contempler la danse des flammes dans l'âtre to watch the flames dancing in the hearth;

2 ○( correction) hiding○; flanquer une danse à qn to give sb a hiding.

Composés

danse de caractère character dancing; danse classique classical ballet; amateur de danse classique ballet-lover; faire de la danse classique to do ballet dancing; danse contemporaine contemporary dance; danse du feu/de la pluie Anthrop (ritual) fire-/rain-dance; danse folklorique ( action) folk dancing; ( spectacle) folk dance; danse guerrière war dance; danse macabre dance of death; danse moderne modern dance; faire de la danse moderne to do modern dance; danse nuptiale Zool courtship display; danse rythmique rhythmic dancing; danse de salon ballroom dancing; danse du ventre lit belly dancing; fig seductive manoeuvre GB ou maneuver US.

Idiomes

entrer dans la danse lit to join the dance; fig to join in; mener la danse fig to run the show fig; avoir la danse de Saint-Guy fig to have the fidgets; Méd to have St Vitus's dance.

[dɑ̃s] nom féminin

1. [activité] dance

il aime la danse he likes dancing

danse classique ballet ou classical dancing

danse folklorique folk dancing

danse sur glace ice-dancing

danse paysanne country dancing

danse de salon ballroom dancing

danse du ventre belly dancing

école de danse

a. [classique] ballet school

b. [moderne] dance school

entrer dans la danse

a. (sens propre) to join in the dance

b. (figuré) to join in

conduire ou mener la danse

a. (sens propre) to lead the dance

b. (figuré) to call the tune

2. [suite de pas - dans un ballet, au bal] dance

jouer une danse to play a dance (tune)

la danse des hirondelles dans les airs swallows swooping back and forth in the sky

3. [agitation]

c'est la danse des valeurs ce mois-ci à la Bourse share values are fluctuating this month on the Stock Exchange

4. MÉDECINE

danse de Saint-Guy St Vitus' dance

tu as la danse de Saint-Guy, ou quoi? (familier) can't you stop fidgeting?

5. (très familier) [correction] hiding, thrashing, belting

6. ART

danse macabre dance of death, danse macabre

Dictionnaire Français-Anglais > danse
17 accorder

accorder [akɔʀde]

➭ TABLE 1

1. transitive verb

   a. ( = donner) [+ faveur, permission] to grant ; [+ importance, valeur] to attach ; [+ allocation, pension] to give (à to)

• pouvez-vous m'accorder quelques minutes ? can you spare me a few minutes?

   b. ( = admettre) accorder à qn que... to admit to sb that...

• c'est vrai, je vous l'accorde I admit that it's true

   c. [+ instrument] to tune

• ils devraient accorder leurs violons (inf) they ought to get their story straight (inf)

   d. (faire) accorder un adjectif to make an adjective agree

2. reflexive verb

► s'accorder

   a. to agree

• ils s'accordent à dire que... they agree that...

• s'accorder sur un point to agree on a point

   b. ( = être en harmonie) [couleurs] to go together ; [caractères] to be in harmony

   c. [mot] to agree

• s'accorder en nombre/genre to agree in number/gender

   d. ( = se donner) il ne s'accorde jamais de répit he never gives himself a rest

* * *
akɔʀde
1.

verbe transitif

1) ( octroyer)

accorder quelque chose à quelqu'un — to grant something to somebody, to grant somebody something [faveur, prêt, entretien, permission, droit]; to give ou award something to somebody, to give ou award somebody something [indemnité, bourse]; to give something to somebody, to give somebody something [réduction, chance, interview]

accorder une aide financière à quelqu'un — to give somebody financial assistance

peux-tu m'accorder quelques instants? — can you spare me a few moments?

accorder sa confiance à quelqu'un — to put one's trust in somebody

2) ( prêter) to attach [importance, valeur] (à to); to pay [attention]

3) ( concéder)

accorder à quelqu'un que — to admit to somebody that

il n'a pas entièrement tort, je te l'accorde — he's not entirely wrong, I'll give you that

4) ( harmoniser) to match [coloris] ( avec with)

5) Musique to tune [instrument]

6) Linguistique to make [something] agree [mot] ( avec with)

2.

s'accorder verbe pronominal

1) ( s'octroyer) to give oneself [repos, congé]

2) ( être ou se mettre d'accord) to agree ( sur about, on)

ils s'accordent à dire — ( tous les deux) they both say; ( eux tous) they all say

3) ( s'entendre) [personnes] to get on together

4) ( s'harmoniser) [couleurs] to go (together) well

leurs caractères s'accordent — they are well matched

5) [adjectif, verbe] to agree ( avec with)

6) Musique to tune up

* * *
akɔʀde vt
1) [faveur, délai] to grant

je vous accorde que... — I grant you that...

2) [autorisation, avantages] to give

accorder la priorité (au volant) — to give way

3) (= attribuer)

accorder de l'importance à qch — to attach importance to sth

accorder de la valeur à qch — to attach importance/value to sth

4) (= harmoniser) to match

accorder qch à qch — to match sth to sth

5) MUSIQUE, [instrument] to tune, fig

accorder ses violons — to reach an agreement

6) LINGUISTIQUE, [participe, adjectif] to make agree

accorder l'adjectif — to make the adjective agree

* * *

accorder verb table: aimer

A vtr

1 ( octroyer) accorder qch à qn to grant sth to sb, to grant sb sth [faveur, prêt, entretien, permission, droit]; to give ou award sth to sb, to give ou award sb sth [indemnité, bourse]; to give sth to sb, to give sb sth [réduction, chance, interview]; accorder une aide financière à qn to give sb financial assistance; accorder la main de sa fille à qn to give sb one's daughter's hand in marriage; m'accorderez-vous cette danse? may I have this dance?; peux-tu m'accorder quelques instants? can you spare me a few moments?; accorder sa confiance à qn to put one's trust in sb;

2 ( prêter) to assign, to attach [importance, valeur] (à to); to pay [attention]; il leur accorda une oreille distraite he only half-listened to them;

3 ( concéder) accorder à qn que to admit (to sb) that; je t'accorde bien volontiers que I freely admit that; il n'a pas entièrement tort, je te l'accorde he's not entirely wrong, I'll give you that;

4 ( harmoniser) to match [coloris] (avec with); accorder ses actes à ses principes to act in accordance with one's principles;

5 Mus to tune [instrument];

6 Ling to make [sth] agree [mot] (avec with);

7 †( mettre d'accord) to bring [sb] together [personnes].

B s'accorder vpr

1 ( s'octroyer) to give ou allow oneself [repos, congé];

2 ( être ou se mettre d'accord) to agree (sur about, on); ils s'accordent à dire/penser/reconnaître que ( tous les deux) they both say/think/ acknowledge that; ( eux tous) they all say/think/acknowledge that; ils s'accordent à leur trouver du talent they agree that they are talented;

3 ( s'entendre) [personnes] to get on together; bien/mal s'accorder avec qn to get on/not to get on well with sb;

4 ( s'harmoniser) [couleurs] to go (together) well; ces chaises s'accordent bien/ne s'accordent pas avec la table these chairs go well/do not go with the table; ça s'accorde avec ce que je disais it fits in with what I was saying; leurs caractères s'accordent they are well matched; nos sentiments/opinions s'accordent we feel/think the same;

5 Ling [adjectif, verbe] to agree (avec with);

6 Mus to tune up.

[akɔrde] verbe transitif

1. [octroyer - congé, permission] to give, to grant ; [ - faveur] to grant ; [ - subvention] to grant, to award ; [ - interview] to give

accorder la grâce d'un ou sa grâce à un condamné to grant a condemned man a pardon, to extend a pardon to a condemned man

accorder la main de sa fille à quelqu'un to give somebody one's daughter's hand in marriage

accorder toute sa confiance à quelqu'un to give somebody one's complete trust

accorder de l'importance à quelque chose to attach importance to something

accorder de la valeur aux objets to set a value on things

je vous accorde une heure, pas plus I'll allow you one hour, no more

voulez-vous m'accorder cette danse? may I have this dance?

2. [concéder]

accorder à quelqu'un que to admit to ou to grant somebody that

vous m'accorderez que, là, j'avais raison you must admit that on this point I was right

ils sont jeunes, je vous l'accorde granted, they're young, they're young I grant you

3. [harmoniser]

accorder les couleurs d'une pièce to harmonize ou to coordinate the colours of a room

4. GRAMMAIRE to make agree

accorder le verbe avec le sujet to make the verb agree with the subject

5. MUSIQUE [piano, guitare] to tune

les musiciens accordent leurs instruments [avant un concert] the players are tuning up

il faudrait accorder vos violons! make your minds up!, get your stories straight!

————————

s'accorder verbe pronominal intransitif

1. [être du même avis]

s'accorder à: tous s'accordent à dire que... they all agree ou concur that...

s'accorder pour: ils se sont accordés pour baisser leurs prix they agreed among themselves that they would drop their prices

2. [s'entendre]

on ne s'est jamais accordé (tous les deux) we two never saw eye to eye ou got along

3. [être en harmonie - caractères] to blend ; [ - opinions] to match, to tally, to converge

ce qu'il dit ne s'accorde pas avec sa personnalité he's saying things which are out of character

4. GRAMMAIRE to agree

s'accorder en genre avec to agree in gender with

5. MUSIQUE to tune up

————————

s'accorder verbe pronominal transitif

s'accorder quelques jours de repos to take a few days off

Dictionnaire Français-Anglais > accorder
18 placer

m.

1 pleasure.

un viaje de placer a pleasure trip

ha sido un placer (conocerle) it has been a pleasure meeting you

es un placer ayudarte it's a pleasure to help you

El placer es muy buscado Pleasure is very sought.

2 placer, superficial mineral deposit.

The miners found a huge placer Los mineros encontraron un enorme placer.

v.

1 to please.

nos place comunicarle que… we are pleased to inform you that…

si me place if I want to, if I feel like it

El vino place a mucha gente Wine pleases many people.

2 to be pleased to.

Me place acompañarte I am pleased to accompany you.

3 to be pleased by.

Nos place el regalo We are pleased by the gift.

* * *

PLACER

CONJUGACIÓN

Present Indicative

plazco, places, place, placemos, placéis, placen.

Past Indicative

plací, placiste, plació or plugo, placimos, placisteis, placieron or pluguieron.

Present Subjunctive

plazca, plazcas, plazca, plegue, plazcamos, plazcáis, plazcan.

Imperfect Subjunctive

placiera, placieras, placiera or pluguiera, placiéramos, placierais, placieran

placiese, placieses, placiese or pluguiese, placiésemos, placieseis, placiesen.

Future Subjunctive

placiere, placieres, placiere or pluguiere, placiéremos, placiereis, placieren.

Imperative

place (tú), plazca (él/Vd.), plazcamos (nos.), placed (vos.), plazcan (ellos/Vds.).

* * *
1. noun m.
pleasure, delight
2. verb
to please, give pleasure

* * *
I
1. SM

1) [gen] pleasure

es un placer hacerlo — it is a pleasure to do it

con mucho o sumo placer — with great pleasure

tengo el placer de presentarle a... — it's my pleasure to introduce...

viaje de placer — pleasure trip

a placer — as much as one wants

placer de dioses — heavenly delight

2) (=deleite) pleasure

los placeres del ocio — the pleasures of idleness

darse a los placeres — to give o.s. over to pleasure

2.

VT (=agradar) to please

me place poder hacerlo — I am glad to be able to do it
II
SM

1) (Geol, Min) placer

2) (Náut) sandbank

3) Col (=solar) plot, patch; (Agr) ground prepared for sowing

4) Caribe field

* * *
I
verbo intransitivo (en 3^a pers) (+ me/te/le etc)

haz lo que te plazca — do as you please

me place informarle que... — (frml) I am pleased o (frml) it is my pleasure to inform you that...
II
masculino

1) (gusto, satisfacción) pleasure

ha sido un placer conocerla — (frml) it has been a pleasure to meet you

tengo el placer de presentarles a... — (frml) it is my pleasure o I have the pleasure to introduce to you...

a placer — <comer/beber> as much as one wants

2)

a) (Geol, Min) placer

b) (Náut) sandbank

* * *
I
verbo intransitivo (en 3^a pers) (+ me/te/le etc)

haz lo que te plazca — do as you please

me place informarle que... — (frml) I am pleased o (frml) it is my pleasure to inform you that...
II
masculino

1) (gusto, satisfacción) pleasure

ha sido un placer conocerla — (frml) it has been a pleasure to meet you

tengo el placer de presentarles a... — (frml) it is my pleasure o I have the pleasure to introduce to you...

a placer — <comer/beber> as much as one wants

2)

a) (Geol, Min) placer

b) (Náut) sandbank

* * *

placer¹

¹ = delight, pleasure, gratification, enjoyment, treat.

Ex: Reality is often very much lacking in delight.

Ex: It may be that, apart from the simple pleasure of browsing, documents arranged on shelves, may be easily examined.

Ex: It is the 'intellectual challenge' and the ' gratification of providing personal assistance' that constitute the attraction of reference librarianship.

Ex: So I read on with increasing interest and enjoyment and, let it be said admiration too.

Ex: In the summer months one of the greatest treats of all is home-made mayonnaise; a thick mass of unctuous golden ointment, perfect for dipping slices of raw vegetables.

* a placer = at will.

* buscar placer = seek + pleasure.

* casa de placer = house of pleasure.

* dar placer = give + pleasure, give + enjoyment.

* derivar placer de = obtain + pleasure from.

* encontrar placer = find + delight, find + enjoyment.

* estropear el placer = spoil + pleasure.

* gran placer = great pleasure.

* obtener placer = take + pleasure, obtain + pleasure from, derive + pleasure.

* obtener placer de = get + pleasure from.

* placer de la lectura, el = joy of reading, the.

* placer oculto = guilty pleasure.

* placer prohibido = outlaw delight, forbidden pleasure.

* placer sexual = sexual pleasure.

* por el placer de hacerlo = (just) for the fun of (doing) it, (just) for the hell of (doing) it.

* por placer = for kicks, (just) for the fun of (doing) it, (just) for the hell of (doing) it.

* por puro placer = (just) for the fun of (doing) it, (just) for the hell of (doing) it.

* ser un placer = be happy to.

* ser un placer + Infinitivo = be a joy to + Verbo.

* sólo por placer = (just) for the fun of (doing) it, (just) for the hell of (doing) it.

* tener el placer de = take + pleasure.

placer²

² = please.

Ex: By polar contrast the book for the mass culture reader, the 'consumer', simply aims to please.

* haz lo que te plazca = do as you please.

* * *

placer¹ [E4 ]

vi

( en tercera persona), (+ me/te/le etc):

haz lo que te plazca do as you please

me place poder informarle que … ( frml); I am pleased o ( frml) it is my pleasure to inform you that …

nos place poder ofrecerle esta oportunidad ( frml); we are pleased to be able to offer you this opportunity

placer²

masculine

A (gusto, satisfacción) pleasure

ha sido un placer conocerla ( frml); it has been a pleasure to meet you

tengo el placer de presentarles a … ( frml); it is my pleasure o I have the pleasure to introduce to you …

es un auténtico placer oírla cantar it is a real delight o pleasure to hear her sing

no me lo agradezca, ha sido un placer ( frml); there's no need to thank me, it was a pleasure

los placeres de la carne the pleasures of the flesh, carnal pleasures

a placer as much as one wants

comimos y bebimos a placer we ate and drank to our hearts' content

para que pueda moverse a placer por la isla so that you can explore the island at your leisure

viaje

B

1 ( Geol, Min) placer

2 ( Náut) sandbank

* * *

placer ( conjugate placer) verbo intransitivo (en 3a pers) (+ me/te/le etc):
◊ haz lo que te plazca do as you please;

me place informarle que … (frml) it is my pleasure to inform you that … (frml)
■ sustantivo masculino (gusto, satisfacción) pleasure;
ha sido un placer conocerla (frml) it has been a pleasure to meet you;
un viaje de placer a pleasure trip
placer sustantivo masculino pleasure: tengo el placer de informarles, I have the pleasure to inform you
fue un placer volver a verte, it was a pleasure seeing you again

' placer' also found in these entries:
Spanish:
embriagar
- gloria
- gozo
- gusto
- morbosa
- morboso
- proporcionar
- renunciar
- causar
- celestial
- dar
- goce
- sensación
- tener
English:
before
- beside
- delight
- derive
- enjoyment
- experience
- get off on
- gratification
- hate
- kick
- perverse
- pleasure
- positive
- real
- relish
- vicarious
- glad
- indulgence
- joy
- pleased

* * *

placer

♦ vt

to please;

me place conversar I take great pleasure in conversation;

nos place comunicarle que… we are pleased to inform you that…;

si me place if I want to, if I feel like it;

haz lo que te plazca do as you please

♦ nm

pleasure;

los placeres de la carne the pleasures of the flesh;

un viaje de placer a pleasure trip;

ha sido un placer (conocerle) it has been a pleasure (meeting you);

es un placer ayudarte it's a pleasure to help you;

¿me concede este baile? – con placer may I have this dance? – with pleasure;

es un placer anunciar que… it is my pleasure to announce that…

♦ a placer loc adv

comimos pasteles a placer we ate as many cakes as we wanted;

marcar a placer [en fútbol, balonmano] to score an easy goal

* * *

placer

I v/i please;

siempre hace lo que le place he always does as he pleases

II m pleasure;

es un placer para mí it is my pleasure

* * *

placer {57} vi

gustar: to be pleasing

hazlo como te plazca: do it however you please

placer nm

1) : pleasure, enjoyment

2)

a placer : as much as one wants

* * *

placer n pleasure

ha sido un placer conocerte it's been a pleasure to meet you

Spanish-English dictionary > placer
19 dans

dans

1 dance ⇒ 〈 als kunstvorm ook〉 dancing

♦voorbeelden:

1   de vijfde Hongaarse dans van Brahms • Brahms' fifth Hungarian dance

     mag ik deze dans van u? • may I have this dance, please?

     iemand ten dans vragen • ask someone to dance

¶   de dans ontspringen • get off scot-free

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dans
20 inviter

inviter [ɛ̃vite]

➭ TABLE 1 transitive verb

to invite (à to)

• inviter qn chez soi/à dîner to invite sb to one's house/to dinner

• c'est moi qui invite ( = qui paie) it's on me (inf)

* * *
ɛ̃vite
1.

verbe transitif

1) ( prier de venir) to invite

2) ( payer)

inviter quelqu'un à déjeuner/à prendre un verre — to take somebody out for lunch/for a drink

3) ( engager) to invite ( à faire to do); ( demander) to ask ( à faire to do)

le temps n'invite guère à la promenade — it's not particularly nice weather for a walk

cela invite à la réflexion — it is thought-provoking

2.

s'inviter verbe pronominal [personne] to invite oneself

* * *
ɛ̃vite
1. vt

1) (à dîner, à séjourner chez qn) to invite

inviter qn à dîner — to invite sb to dinner

Ils nous ont invités dans leur maison en Dordogne. — They invited us to their house in the Dordogne.

2) (= suggérer) [personne]

inviter qn à faire qch — to suggest that sb should do sth

3) (= encourager) [personne]

inviter qn à la prudence — to urge sb to be cautious

inviter qn à la réflexion — to urge sb to reflect

4) [contexte, circonstances]

inviter qn à faire qch (à faire preuve de prudence, à suivre une certaine démarche) — to encourage sb to do sth, (à se prélasser, à jouir de qch) to tempt sb to do sth

une expérience qui invite les participants à se remettre en question — an experience which encourages those involved to question themselves

2. vi

(= être propice à)

inviter à [prudence, réflexion] — to encourage, [paresse, méditation] to encourage

La douceur du climat invite à la paresse. — The mild climate encourages laziness.

des palmeraies qui invitent à se prélasser pendant les heures chaudes de l'après-midi — groves of palm trees which tempt you to laze under them in the heat of the afternoon

* * *

inviter verb table: aimer

A vtr

1 ( prier de venir) to invite (à to); il m'a invité chez lui pour le week-end/à son mariage he invited me to his house for the weekend/to his wedding;

2 ( payer) inviter qn à déjeuner/à prendre un verre to take sb out for lunch/for a drink;

3 ( engager) to invite [personne, pays, organisme] (à to; à faire to do); ( demander) to ask [personne, gouvernement, parti] (à to; à faire to do); il ne m'a même pas invité à m'asseoir he didn't even invite ou ask me to sit down;

4 ( inciter) [temps, événements] to induce [personne] (à to); [attitude, explication] to lead [personne] (à to); le temps n'invite guère à la promenade it's not particularly nice weather for a walk; inviter à la réflexion to be thought-provoking.

B s'inviter vpr [personne] to invite oneself.

[ɛ̃vite] verbe transitif

1. [ami, convive] to invite

inviter quelqu'un à déjeuner to invite ou to ask somebody to lunch

inviter quelqu'un chez soi to invite somebody (over) to one's house

puis-je vous inviter à danser? may I have this dance?

(en usage absolu) [payer]

allez, c'est moi qui invite! (familier) it's on me!

2. [exhorter]

inviter quelqu'un à: je vous invite à observer une minute de silence I invite you ou call upon you to observe a minute's silence

vous êtes invités à me suivre would you be so kind as to follow me

————————

[ɛ̃vite] verbe intransitif

JEUX to lead

————————

s'inviter verbe pronominal (emploi réfléchi)

to invite oneself

Dictionnaire Français-Anglais > inviter

Страницы

См. также в других словарях:

dance — dancingly, adv. /dans, dahns/, v., danced, dancing, n. v.i. 1. to move one s feet or body, or both, rhythmically in a pattern of steps, esp. to the accompaniment of music. 2. to leap, skip, etc., as from excitement or emotion; move nimbly or… … Universalium
dance — [[t]dæns, dɑns[/t]] v. danced, danc•ing, n. 1) mad to move one s feet or body, or both, rhythmically in a pattern of steps, esp. to the accompaniment of music 2) to leap, skip, etc., as from excitement or emotion; move nimbly or quickly 3) to bob … From formal English to slang
Could I Have This Kiss Forever — Single by Whitney Houston featuring Enrique Iglesias from the album Enrique and Whitne … Wikipedia
Dance in India — covers a wide range of dance and dance theatre forms, from the ancient classical or temple dance to folk and modern styles. Three best known Hindu deities, Shiva, Kali and Krishna, are typically represented dancing.[1] There are hundreds of… … Wikipedia
May Day — This article is about the holidays celebrated on May 1. For more information on the labour related holiday, see International Workers Day. For the distress signal, see Mayday. For other uses, see May Day (disambiguation) … Wikipedia
Dance Remixes — Remix album by Mylène Farmer Released November 23, 1992 … Wikipedia
Dance Dance Revolution Hottest Party 2 — / Dance Dance Revolution Full Full Party The North American box art for Hottest Party 2. Developer(s) … Wikipedia
May devotions to the Blessed Virgin Mary — refers to special Marian devotions held in the Catholic Church during the month of May honoring the Virgin Mary as the Queen of May . These services may take place inside or outside. May devotions have existed throughout Roman Catholic church… … Wikipedia
dance, Western — Introduction history of Western dance from ancient times to the present and including the development of ballet, the waltz, and various types of modern dance. The peoples of the West of Europe and of the countries founded through… … Universalium
Dance — For other uses, see Dance (disambiguation). Dancer and Dancing redirect here. For other uses, see Dancer (disambiguation) and Dancing (disambiguation). Dance … Wikipedia
Dance in Zimbabwe — Dancing in Zimbabwe is an important aspect of the Zimbabwean culture, tradition, spirituality and history. There are many dances that reflect the culture of the people, although the dances may have changed throughout the years. Ethnic diversity… … Wikipedia

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: со всех языков на все языки

may I have this dance

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: со всех языков на все языки

may I have this dance

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: